De Zweedse massage de bekendste en meest gebruikte massagevorm bij ons. In de rest van het Westen is deze massagevorm even bekend en wordt ze de klassieke massage genoemd. In Zweden moet je dus niet om een Zweedse massage gaan vragen, want daar kennen ze die term niet.

Dit zijn de drie basistechnieken van de Zweedse massage:

1. Effleurage: strijkende bewegingen over de huid met weinig druk. Er wordt eerst een beetje druk uitgeoefend en in de terugkerende beweging wordt de druk verminderd. Dit kan met of zonder massageolie en dient ertoe om lichaamsdelen op te warmen en te ontspannen.
2. Petrissage: bij deze techniek wordt er meer druk uitgeoefend en worden spieren gekneed om ze losser te maken. Dit stimuleert ook de afvoer van afvalstoffen uit de weefsels.
3. Tapotage: waar veel spierweefsel zit wordt er vaak geopteerd voor deze techniek om de zone te stimuleren, de huid te activeren en de bloedsomloop te verbeteren. De masseur zal een reeks korte, ritmische slagen geven op de te behandelen zone, met de vingertoppen, handen of vuisten.

Er wordt vaak gezegd dat deze massagevorm is uitgevonden door de Zweedse schermer en leraar gymnastiek Pehr Henrik Ling, geboren in 1776 en gestorven in 1839. Maar het was echter een Nederlander die deze naam gaf aan de massagevorm: Johann Georg Mezger, geboren in 1838 en gestorven in 1909. Hij ontleende de term aan het Frans en zo kreeg de klassieke massage deze naam. Dat is meteen waarom we enkel in België en Nederland deze benaming gebruiken.

Johann Georg Mezger was een Nederlandse dokter en masseur. Naast de persoon aan wie de term “Zweedse massage” wordt toegekend, is hij ook een van de grondleggers van de fysiotherapie. Fysiotherapie is bij ons beter gekend onder de naam kinesitherapie: een geneeskundige tak die klachten aan het steun- en bewegingsapparaat van de mens behandeld. De Zweedse massage wordt vandaag nog steeds gebruikt door kinesisten wereldwijd om hun cliënten te behandelen.